Geschiedenis van de Golden Retriever

Uitgestorven Tweed Water Spaniel uit 1864                      

                               Leverkleurige (zeldzame ) flatcoated Retriever


Uit de geschiedenis van de Golden Retriever blijkt heel duidelijk hoe zijn rasnaam is ontstaan en hoe en waarom hij aan zijn fantastische eigenschappen is gekomen. Wie al niet verliefd was op dit prachtige ras wordt het wel na het lezen van zijn oorsprong.

Al rond 1860 bestonden er vele Retrievers. De naam stamt af van het Engelse werkwoord "to retrieve"  wat betekent "ophalen" of "apporteren".    De Retriever is dus een verzamelnaam voor alle hondenrassen die goed waren in apporteren van wild en gevogelte tijdens de jacht. Een Retriever was een hond die het geschoten wild en speciaal het gevleugelde wild, moest vinden en apporteren. Deze jachteigenschap was niet speciaal aan een bepaald ras gebonden, maar kon door alle mogelijke jachthonden worden uitgevoerd. Ze moesten echter allemaal aan bepaalde, specifieke, voorwaarden voldoen.

Deze honden moesten een voorliefde voor water hebben, goed kunnen zwemmen, graag willen apporteren, een zachte beet hebben om het wild niet te beschadigen en een dichte vacht met goed isolerende onderwol bezitten. Verder een goede neus, een goed herinneringsvermogen, een grote intelligentie, een ijzersterke conditie en een grote apporteerlust.

Rond 1860 waren dit vooral de zwarte Flatcoated / Wavycoated en Curlycoated  Retrievers. Volgens algemene opvattingen zijn de Goldens afstammelingen van de leverkleurige honden, die af en toe in de nesten van deze zwarte  Retrievers voorkwamen. Deze leverkleurige honden hadden overigens kleuren die varieerden van bleekgeel tot bruin.

Uit een artikel over de kennel van Lord Tweedmouth bleek dat daar de oorsprong ligt van de huidige Golden Retriever. Tweedmouth fokte, zoals veel adel van zijn tijd, allerlei soorten dieren en probeerde verschillende rassen te perfectioneren. Hij was een fervent jager op watervogels en hij streefde naar een  getalenteerde retriever met een uitstekende neus die tegelijk meer aandacht zou hebben voor zijn baasje dan de setters en spaniels die toen populair waren om  de retrieverrol te vervullen. Hij wilde ook dat de hond  braaf was in huis.

In 1865 kocht hij zijn eerste gele wavy-coated Retriever in Brighton van een schoenmaker. Hij viel op door zijn geelkleurige vacht. Zijn nestbroertjes en zusjes hadden de gebruikelijke zwarte vacht. Hij noemde hem "Nous". Hij nam Nous mee naar Schotland en liet Nous dekken door de vierjarige Belle, een kleine, leverkleurige Tweed Water Spaniel met lang krullend haar. Water Spaniels (ondertussen uitgestorven) stonden bekend als enthousiaste retrievers in het jachtgebied, en uitzonderlijk kalm en loyaal in huis,  kenmerken die je zult vinden in de huidige Golden Retrievers.

'Nous' en 'Belle' brachten in 1868 op het landgoed Guisachan in Inverness-shire vier gele pups, waaronder 'Cowslip'. Zij werden toen als Tweed Waterspaniels ingeschreven. Zij vormden de oorsprong van de Golden Retriever als ras. 

De teef 'Cowslip' bleef in het bezit van Lord Tweedmouth en hij gebruikte haar en haar nakomelingen om zijn ideaalbeeld van een gele, langharige Retriever te verwezenlijken. Zij was dus voor de helft een Tweed Waterspaniel.

Cowslip en haar nakomelingen zijn weer gedekt door Wavy- en Flatcoated retrievers, een andere Tweed Water Spaniel en een rode Ierse setter. Tweedmouth hield voornamelijk de gele puppy's om zijn fokprogramma voort te zetten, en gaf anderen weg aan vrienden en familieleden.

Niet verrassend, het ras van Tweedmouth trok de aandacht vanwege hun vaardigheden op het gebied van de jacht. Een van de meest bekende was Don of Gerwyn, een levergecoate afstammeling van een van Tweedmouth's honden, die in 1904 de International Gundog League-proef won.

De Kennel Club in Engeland erkende de Golden Retriever officieel in 1911 als een apart ras. In die tijd werden ze geclassificeerd als "retriever - geel of golden". In 1920 werd de rasnaam officieel veranderd in Golden Retriever.

 

 

                     Karakter van de Golden Retriever 

De Golden Retriever is een sociaal dier, en staat bekend als een zachtaardige, betrouwbare hond. Intelligent, niet schrikachtig, met een natuurlijke jachtaanleg. Het zijn echte apporteurs, ze hebben graag iets in hun bek om te dragen. Pups lopen al met lapjes en speelgoed te sjouwen. Spelletjes als apporteren horen bij zijn favoriete bezigheden. De Ware Golden-eigenaar bestraft de hond nooit als hij met iets aankomt, de hond is altijd braaf! Als er bezoek komt, neemt een Golden vaak iets in zijn mond en draait blij brommend en kwispelend om mensen heen.

Ze zijn vrijwel allemaal dol op zwemmen, en blaffen erg weinig. Hun aanpassingsvermogen is groot, evenals hun werkvermogen.

De specifieke jachteigenschappen maakten van de Golden Retriever ook een prettige huishond. In het jachtveld moest hij samenwerken met andere honden en mensen, een hond die agressief was kon men niet gebruiken. Omdat vroeger niet al te veel tijd werd besteed aan het trainen van honden, was het een pluspunt als de hond uit zichzelf zijn baas graag een plezier wilde doen. Deze 'will-to-please' is de prettigste eigenschap van de Golden Retriever. De 'steadiness', die men bij Goldens graag ziet, maakt hem tot een stabiele hond.

Golden Retrievers worden graag betrokken bij alledaagse bezigheden en maken graag deel uit van het gezin. Ze kunnen goed met kinderen overweg en hebben veel geduld. Dit maakt hen tot zeer geschikte gezinshonden. Het is een levend wezen dat recht heeft op rust en een rechtvaardige behandeling. Als opvoeder van kinderen ligt de verantwoordelijkheid bij u, laat jonge kinderen nooit alleen met de hond. Golden Retrievers zijn sociaal naar andere dieren en vinden het fijn hun baasje te behagen. Ze zijn gevoelig voor harde woorden en stemmingen in huis.

Het zijn actieve honden die veel beweging nodig hebben. Ze zijn dan ook liever niet te lang alleen. Golden Retrievers zijn echte waterliefhebbers. Door hun intelligentie zijn Golden Retrievers ook geschikt als geleide- of hulphond.

Golden Retrievers zijn veelzijdige honden, waarmee je heel diverse sporten kunt beoefenen. Uiteraard de jacht en apporteersport, maar ook gehoorzaamheidstraining, evenals breitensport, flyball, doggy-dancing en behendigheid zijn geliefde bezigheden voor de Golden. Hij zal het allemaal met plezier doen. Zijn neus is uitstekend, dus behoort speuren ook tot de mogelijkheden. Een Golden werkt graag en doet veel voor een waarderend woord van zijn baas, dus ontneem hem die mogelijkheid alstublieft niet!